Hij gelooft in mij (Maar ik niet).

hgim
Het verhaal trok me totaal niet. En ook al ben ik Ajacied en verliefd op Amsterdam: ik kan wel zeggen dat ik met de muziek van André Hazes niet zo heul veel heb. Bloed, zweet en tranen is natuurlijk mooi, en een nummer als De Vlieger en Zij gelooft in mij vind ik ook nog oké, maar verder kunnen smartlappen mij niet behagen. Nee zelfs niet als ze van meneer Hazes zijn. Maargoed: Chantal Janzen speelt Rachel, en ik volg Chantal Janzen al zo’n twaalf jaar, dus ik móest wel naar de musical Hij Gelooft in Mij. Of ik nou wilde of niet, want anders kreeg ik zeker weten spijt. Na steeds maar weer uitstellen omdat we op een kortingsactie hoopte (want ja: we wilden niet heel erg graag en de musical was ontzettend duur), besloten we toch maar te boeken. Avond aan avond was al voor maandenlang uitverkocht en ik was bang dat over een paar maanden Chantal ermee zou stoppen, en ik dan dus alsnog niet was geweest. Dus we gingen. Ondanks mijn Chantal-volg-schap twijfelde ik heel erg lang of we moesten boeken als zij speelde of alternate Hadewych Minis, aangezien ik Hadewych ook erg hoog heb zitten, qua zang en persoonlijkheid. Maar hee, de kans was klein dat ik twee keer naar deze musical zou gaan, en hoe kon ik hem dan gezien hebben met iemand anders dan Chantal in de hoofdrol? Dus we besloten voor Chantal te kiezen.

Vorige week woensdag was het zover: op weg naar het DeLaMar Theater. In de foyer al ander publiek dan normaal bij musicals. Maar hee, logisch. Ik wist van tevoren al dat deze musical veel ‘ander publiek’ aantrok, wat volkser, mensen die normaal het theater niet of zelden bezoeken. Het stuk begon. En oh, wat ging het van de hak-op-de-tak en wat ontzettend weinig diepgang en wat een korte scenes, en vooral: Wát. Een. Kitsch.
Mijn gedachten dwaalden steeds af. Ik probeerde op het ensemble te letten, omdat ik daar nu dan juist de tijd voor had. En op Chantal natuurlijk. Maar ik vond het zó onboeiend dat niets hielp. De mensen in het publiek moesten soms lachen om humor die ik maar flauw vond. Na wat wel uren leek te duren ging het doek omlaag. Pauze. Ik keek naar rechts en zag daar het gezicht van mijn moeder. Huh? Zag ik nou goed dat ook zíj er niets aan vond? En ja, zij was juist bang dat ik het wél naar mijn zin had en zij de enige was. We deelden precies dezelfde meningen over het stuk. Als de enige twee mensen in de zaal volgens mij, en waarschijnlijk als bijna de enige twee Nederlanders zelfs, aan alle reacties te horen en lezen. We twijfelden: zouden we weggaan in de pauze? Maar dat hadden we bij een musical nog nooit gedaan, en zéker niet bij een musical waarin Chantal speelde. En het kaartje was zo duur. En misschien werd de tweede helft wel veel beter. Maarja, we zaten ons op te vreten en te vervelen en waarom zou je blijven zitten als je iets écht niet leuk vindt? Na vijf minuten nadenken besloten we te gaan. De tweede helft zou vast niet opeens geniaal zijn. En je nog een uur moeten ergeren is toch ook niet de oplossing. Dus daar gingen we: het theater uit, op weg naar een Ben&Jerry’s ijsje in de Leidsestraat. (Wat alleen helaas de wolkbreuk die buiten bleek te zijn begonnen verhinderde. Better next time.)
En nu? Voel ik me schuldig? Rot? Dat we eerder zijn weggegaan? Nee, en dat verbaast me wel deels. Ik hou er niet van de eindes van verhalen niet te weten, of zomaar weg te gaan uit een theater. Dat is een soort disrespect naar de acteurs. Maar woensdag was dus de eerste keer. En hopelijk ook zeker de laatste.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.Verplichte velden zijn gemarkeerd *