Ik wilde eigenlijk ook een stuk bloggen over alle Ajax-besognes. Het onrecht, de woede, de mediahetze, de onware verhalen. Maar nee, gisteren zei iemand tegen me ‘Kijk, één ding moet je niet doen… reageren. Mensen die reageren hierop moet je gewoon altijd negeren.’En daar had ie een punt. Normaal gesproken boeien stukken in de media me ook niet zo. Wij, mensen die fanatieke supporters zijn, weten hoe het zit, of in ieder geval hoe het niét zit, en dat is genoeg. Je kunt mensen toch niet overtuigen, want 90% gelooft altijd de media. Alleen deze week is er zóveel onrechtvaardigheid, zóveel mensen die alles klakkeloos geloven, zóveel onware verhalen, dat ik toch heel erg de behoefte voel ‘ons’ en mijzelf te verdedigen. Maar nee. Het is toch verspilde moeite. Hij heeft gelijk.
Dus dit wordt weer gewoon een blogje over dissociaties. :-)
Mijn weken zijn slecht. Ik heb de laatste twee dagen pas het gevoel dat het iets beter gaat, maar als je zo lang je vaag hebt gevoeld, weet je op een gegeven moment niet meer of je nou nog vaag bent of weer ‘normaal’. Je weet niet meer wat ‘normaal’ nou ook alweer is.
Mijn dagen zijn, naast met vaagheid, ook gevuld met moeheid, again. Donderdag had ik me verslapen. Ik heb op mijn werk een stapje terug gedaan, ben nu assistent bedrijfsleider, met een winkelmanager boven me. Maar wat héb ik het getroffen met hem. Zo erg dat ik hem bijna meteen van mijn disso’s heb verteld. Hij is er nu 3 weken en ik geloof dat ik bijna de hele tijd al last heb van m’n disso’s dus. En dat is zó rot. In die maanden vóórdat hij kwam was ik ook soms vaag, maar nooit zo extreem als nu, en ook niet zo lang. Donderdag had ik me dus verslapen. Ik moest samen met hem om 8 uur beginnen, en om half 9 belde hij me uit bed. Helemaal bezorgd. Ik kwam een half uur later op m’n werk aan, en hij zei ‘ik dácht geeneens aan verslapen, terwijl dat toch het meest logische zou zijn. Maar omdat je gisteren zei dat je al anderhalve week niet op aarde bent, was ik alleen maar erg bezorgd dat er iets ergs aan de hand was.’Ja. Lief. En zo is hij ook echt. Maar ik vind het zó rot dat hij me nu alleen maar nog heeft gezien als ‘iemand met dissociaties’ ‘iemand met een psychisch probleem’. Dus dat zei ik tegen hem. Maar hij nam mijn zorgen weg. ‘Nee hoor, zo kijk ik niet naar je. Ik zie je als iemand die heel veel weet. En die een Ajax-tic heeft. That’s it.’
Maar toch. Het is een rare start. De ondernemers van onze franchisewinkel weten trouwens nog steeds niet van mijn ziekte en dat wil ik ook zo houden. Al moet ik me nu al soms in rare bochten wringen.
Ik heb de bekerfinale gemist vanwege mijn vaagheden. Ik heb een afspraak met vriendinnen afgezegd. Nee, deze weken zijn eerlijk gezegd een beetje erg klote.
Maar I know, deze weken gaan ook weer voorbij. I know. En ik hou niet van de nadruk leggen op m’n disso’s of m’n moeheid, of het er steeds over hebben. Maar deze weken moet ik dat even voor lief nemen helaas.